Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. particulier:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor particulier in het Nederlands

particulier:

particulier bijvoeglijk naamwoord

  1. particulier
    particulier

particulier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de particulier
    – niet door de overheid, maar door burgers ingesteld 1
    de particulier
    – niet door de overheid, maar door burgers ingesteld 1
    • particulier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij zit op een particuliere school1
  2. de particulier
    – voor eigen gebruik, niet voor de groothandel 1
    de particulier
    – voor eigen gebruik, niet voor de groothandel 1
    • particulier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • in deze fabriek kun je ook als particulier kopen1
  3. de particulier
    – van één persoon, niet van iedereen 1
    persoonlijk; de particulier
    – van één persoon, niet van iedereen 1
    • persoonlijk bijvoeglijk naamwoord
      • dit is het persoonlijke eigendom van Harry1
    • particulier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • het is mijn particuliere mening1

Verwante woorden van "particulier":

  • particuliere

Alternatieve synoniemen voor "particulier":


Antoniemen van "particulier":


Verwante definities voor "particulier":

  1. niet door de overheid, maar door burgers ingesteld1
    • hij zit op een particuliere school1
  2. voor eigen gebruik, niet voor de groothandel1
    • in deze fabriek kun je ook als particulier kopen1
  3. van één persoon, niet van iedereen1
    • het is mijn particuliere mening1