Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. patiënt:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor patiënt in het Nederlands

patiënt:

patiënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de patiënt
    de patiënt; de zieke
    • patiënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zieke [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de patiënt
    – wie door een dokter behandeld moet worden 1
    de patiënt
    – wie door een dokter behandeld moet worden 1
    • patiënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de patiënt vroeg wat er aan de hand was1

Verwante woorden van "patiënt":

  • patiënten

Alternatieve synoniemen voor "patiënt":


Verwante definities voor "patiënt":

  1. wie door een dokter behandeld moet worden1
    • de patiënt vroeg wat er aan de hand was1