Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor perfectioneren in het Nederlands

perfectioneren:

perfectioneren werkwoord (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)

  1. perfectioneren
    completeren; voltooien; vervolledigen; afmaken; perfectioneren; volledig maken; vervolmaken
    • completeren werkwoord (completeer, completeert, completeerde, completeerden, gecompleteerd)
    • voltooien werkwoord (voltooi, voltooit, voltooide, voltooiden, voltooid)
    • vervolledigen werkwoord (vervolledig, vervolledigt, vervolledigde, vervolledigden, vervolledigd)
    • afmaken werkwoord (maak af, maakt af, maakte af, maakten af, afgemaakt)
    • perfectioneren werkwoord (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
    • volledig maken werkwoord (maak volledig, maakt volledig, maakte volledig, maakten volledig, volledig gemaakt)
    • vervolmaken werkwoord (vervolmaak, vervolmaakt, vervolmaakte, vervolmaakten, vervolmaakt)
  2. perfectioneren
    perfectioneren; bijschaven
    • perfectioneren werkwoord (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
    • bijschaven werkwoord (schaaf bij, schaaft bij, schaafde bij, schaafden bij, bijgeschaven)
  3. perfectioneren
    – beter maken, de fouten eruit halen 1
    perfectioneren
    – beter maken, de fouten eruit halen 1
    • perfectioneren werkwoord (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
      • deze auto wordt nog geperfectioneerd1

Conjugations for perfectioneren:

o.t.t.
  1. perfectioneer
  2. perfectioneert
  3. perfectioneert
  4. perfectioneren
  5. perfectioneren
  6. perfectioneren
o.v.t.
  1. perfectioneerde
  2. perfectioneerde
  3. perfectioneerde
  4. perfectioneerden
  5. perfectioneerden
  6. perfectioneerden
v.t.t.
  1. heb geperfectioneerd
  2. hebt geperfectioneerd
  3. heeft geperfectioneerd
  4. hebben geperfectioneerd
  5. hebben geperfectioneerd
  6. hebben geperfectioneerd
v.v.t.
  1. had geperfectioneerd
  2. had geperfectioneerd
  3. had geperfectioneerd
  4. hadden geperfectioneerd
  5. hadden geperfectioneerd
  6. hadden geperfectioneerd
o.t.t.t.
  1. zal perfectioneren
  2. zult perfectioneren
  3. zal perfectioneren
  4. zullen perfectioneren
  5. zullen perfectioneren
  6. zullen perfectioneren
o.v.t.t.
  1. zou perfectioneren
  2. zou perfectioneren
  3. zou perfectioneren
  4. zouden perfectioneren
  5. zouden perfectioneren
  6. zouden perfectioneren
en verder
  1. is geperfectioneerd
  2. zijn geperfectioneerd
diversen
  1. perfectioneer!
  2. perfectioneert!
  3. geperfectioneerd
  4. perfectionerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "perfectioneren":

  1. beter maken, de fouten eruit halen1
    • deze auto wordt nog geperfectioneerd1