Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor plots in het Nederlands

plots:

plots bijvoeglijk naamwoord

  1. plots
    plotseling; abrupt; opeens; plots; bruusk; schielijk; eensklaps; plotsklaps
  2. plots
    plotseling; opeens; ineens; onverwacht; abrupt; plotsklaps; plots; onverhoeds; onverwachts; eensklaps

Verwante woorden van "plots":


plots vorm van plot:

plot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plot
    de plot; de verwikkeling; de intrige
    • plot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • verwikkeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • intrige [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "plot":