Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. put:
  2. putten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor put in het Nederlands

put:

put [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de put
    de bron; de wel; de waterput; de put
    • bron [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waterput [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • put [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "put":


putten:

putten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de putten
    de waterputten; de putten
    • waterputten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • putten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "putten":