Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. roteren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor roteren in het Nederlands

roteren:

roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)

  1. roteren
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
  2. roteren
    – draaien om een as 1
    roteren
    – draaien om een as 1
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
      • dit onderdeel van de machine roteert1

Conjugations for roteren:

o.t.t.
  1. roteer
  2. roteert
  3. roteert
  4. roteren
  5. roteren
  6. roteren
o.v.t.
  1. roteerde
  2. roteerde
  3. roteerde
  4. roteerden
  5. roteerden
  6. roteerden
v.t.t.
  1. ben geroteerd
  2. bent geroteerd
  3. is geroteerd
  4. zijn geroteerd
  5. zijn geroteerd
  6. zijn geroteerd
v.v.t.
  1. was geroteerd
  2. was geroteerd
  3. was geroteerd
  4. waren geroteerd
  5. waren geroteerd
  6. waren geroteerd
o.t.t.t.
  1. zal roteren
  2. zult roteren
  3. zal roteren
  4. zullen roteren
  5. zullen roteren
  6. zullen roteren
o.v.t.t.
  1. zou roteren
  2. zou roteren
  3. zou roteren
  4. zouden roteren
  5. zouden roteren
  6. zouden roteren
en verder
  1. heb geroteerd
  2. hebt geroteerd
  3. heeft geroteerd
  4. hebben geroteerd
  5. hebben geroteerd
  6. hebben geroteerd
diversen
  1. roteer!
  2. roteert!
  3. geroteerd
  4. roterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "roteren":


Verwante definities voor "roteren":

  1. draaien om een as1
    • dit onderdeel van de machine roteert1