Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor rotzooi maken in het Nederlands
rotzooi maken:
rotzooi maken werkwoord (maak rotzooi, maakt rotzooi, maakte rotzooi, maakten rotzooi, rotzooi gemaakt)
-
rotzooi maken
rotzooi maken-
rotzooi maken werkwoord (maak rotzooi, maakt rotzooi, maakte rotzooi, maakten rotzooi, rotzooi gemaakt)
-
Conjugations for rotzooi maken:
o.t.t.
- maak rotzooi
- maakt rotzooi
- maakt rotzooi
- maken rotzooi
- maken rotzooi
- maken rotzooi
o.v.t.
- maakte rotzooi
- maakte rotzooi
- maakte rotzooi
- maakten rotzooi
- maakten rotzooi
- maakten rotzooi
v.t.t.
- heb rotzooi gemaakt
- hebt rotzooi gemaakt
- heeft rotzooi gemaakt
- hebben rotzooi gemaakt
- hebben rotzooi gemaakt
- hebben rotzooi gemaakt
v.v.t.
- had rotzooi gemaakt
- had rotzooi gemaakt
- had rotzooi gemaakt
- hadden rotzooi gemaakt
- hadden rotzooi gemaakt
- hadden rotzooi gemaakt
o.t.t.t.
- zal rotzooi maken
- zult rotzooi maken
- zal rotzooi maken
- zullen rotzooi maken
- zullen rotzooi maken
- zullen rotzooi maken
o.v.t.t.
- zou rotzooi maken
- zou rotzooi maken
- zou rotzooi maken
- zouden rotzooi maken
- zouden rotzooi maken
- zouden rotzooi maken
diversen
- maak rotzooi!
- maakt rotzooi!
- rotzooi gemaakt
- rotzooi makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze