Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ruim:
  2. ruimen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ruim in het Nederlands

ruim:

ruim bijvoeglijk naamwoord

  1. ruim
    wijd; ruim
    • wijd bijvoeglijk naamwoord
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
  2. ruim
    ruim; weids
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
    • weids bijvoeglijk naamwoord
  3. ruim
    – niet precies, maar met iets erbij 1
    dik; ruim
    – niet precies, maar met iets erbij 1
    • dik bijvoeglijk naamwoord
      • je krijgt een dikke tien!1
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
      • er waren ruim honderd mensen1
  4. ruim
    – groot, royaal 1
    ruim
    – groot, royaal 1
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
      • op de markt heb je een ruime keus1

ruim [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ruim
    – ruimte in een schip voor goederen 1
    het ruim
    – ruimte in een schip voor goederen 1
    • ruim [het ~] zelfstandig naamwoord
      • in het ruim waren de kisten opgeslagen1

Verwante woorden van "ruim":

  • ruimer, ruimere, ruimst, ruimste, ruime

Alternatieve synoniemen voor "ruim":


Antoniemen van "ruim":


Verwante definities voor "ruim":

  1. niet precies, maar met iets erbij1
    • er waren ruim honderd mensen1
  2. groot, royaal1
    • op de markt heb je een ruime keus1
  3. ruimte in een schip voor goederen1
    • in het ruim waren de kisten opgeslagen1

ruim vorm van ruimen:

ruimen werkwoord (ruim, ruimt, ruimde, ruimden, geruimd)

  1. ruimen
    ruimen
    • ruimen werkwoord (ruim, ruimt, ruimde, ruimden, geruimd)

Conjugations for ruimen:

o.t.t.
  1. ruim
  2. ruimt
  3. ruimt
  4. ruimen
  5. ruimen
  6. ruimen
o.v.t.
  1. ruimde
  2. ruimde
  3. ruimde
  4. ruimden
  5. ruimden
  6. ruimden
v.t.t.
  1. heb geruimd
  2. hebt geruimd
  3. heeft geruimd
  4. hebben geruimd
  5. hebben geruimd
  6. hebben geruimd
v.v.t.
  1. had geruimd
  2. had geruimd
  3. had geruimd
  4. hadden geruimd
  5. hadden geruimd
  6. hadden geruimd
o.t.t.t.
  1. zal ruimen
  2. zult ruimen
  3. zal ruimen
  4. zullen ruimen
  5. zullen ruimen
  6. zullen ruimen
o.v.t.t.
  1. zou ruimen
  2. zou ruimen
  3. zou ruimen
  4. zouden ruimen
  5. zouden ruimen
  6. zouden ruimen
diversen
  1. ruim!
  2. ruimt!
  3. geruimd
  4. ruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor ruim