Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal samenhangen

Synoniemen voor "samenhangen" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

samenhangen:
- samenhangen; verbanden; contexten; zinsverbanden
samenhang:
- verbinding; relatie; link; verband; samenhang; liaison; connectie; aansluiting; band; correlatie; schakel; onderling verband

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor samenhangen in het Nederlands

samenhangen:

samenhangen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de samenhangen
de samenhangen; de verbanden; de contexten; de zinsverbanden
- samenhangen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- verbanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- contexten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- zinsverbanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "samenhangen":

samenhang

samenhangen vorm van samenhang:

samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de samenhang
de verbinding; de relatie; de link; het verband; de samenhang; de liaison; de connectie; de aansluiting; de band
- verbinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- link [de ~] zelfstandig naamwoord
- verband [het ~] zelfstandig naamwoord
- samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- liaison [de ~] zelfstandig naamwoord
- connectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aansluiting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de samenhang
de verbinding; de samenhang; de correlatie; de band; de relatie; het verband
- verbinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- correlatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verband [het ~] zelfstandig naamwoord
de samenhang
de link; het verband; de relatie; de samenhang; de schakel; de connectie; onderling verband
- link [de ~] zelfstandig naamwoord
- verband [het ~] zelfstandig naamwoord
- relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schakel [de ~] zelfstandig naamwoord
- connectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderling verband [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "samenhang":

samenhangen