Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. samenscholing:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor samenscholing in het Nederlands

samenscholing:

samenscholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de samenscholing
    de accumulatie; de groep; de bende; de samenscholing; de troep; de hoop
    • accumulatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • groep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • samenscholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "samenscholing":

  • samenscholingen