Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor scheetje in het Nederlands

scheetje:

scheetje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het scheetje
    het schatje; het poepje; liefste; het liefje; de schat; lieve; de schattebout; het scheetje; het duifje; de beminde; de snoes
    • schatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • poepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • liefste [znw.] zelfstandig naamwoord
    • liefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lieve [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schattebout [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scheetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duifje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • beminde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • snoes [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. het scheetje
    het schatje; het scheetje; het poepje; het liefje; schattig kind; de dot
    • schatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scheetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • poepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • liefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schattig kind [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dot [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "scheetje":


scheetje vorm van scheet:

scheet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de scheet
    de scheet; de wind
    • scheet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wind [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "scheet":