Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. schoenwinkels:
  2. schoenwinkel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schoenwinkels in het Nederlands

schoenwinkels:

schoenwinkels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schoenwinkels
    de schoenenwinkels; de schoenwinkels

Verwante woorden van "schoenwinkels":


schoenwinkel:

schoenwinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schoenwinkel
    de schoenenwinkel; de schoenwinkel

Verwante woorden van "schoenwinkel":