Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. sigaret:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor sigaret in het Nederlands

sigaret:

sigaret [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sigaret
    de sigaret; de stinkstok; de peuk
    • sigaret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stinkstok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • peuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "sigaret":

  • sigaretten, sigaretje, sigaretjes

Verwante synoniemen voor sigaret