Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor slapheid in het Nederlands
slapheid:
-
de slapheid
-
de slapheid
-
de slapheid
de zwakte; de zwakheid; de sulligheid; de laksheid; de krachteloosheid; de slapte; de weekheid; de zachtheid; de slapheid
Verwante woorden van "slapheid":
slap:
-
slap
-
slap
slap; waterig; waterachtig-
slap bijvoeglijk naamwoord
-
waterig bijvoeglijk naamwoord
-
waterachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
slap
slap; zonder karakter; karakterloos-
slap bijvoeglijk naamwoord
-
zonder karakter bijvoeglijk naamwoord
-
karakterloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
slap
-
slap
-
slap
-
slap
-
slap
– niet gespannen 1 -
slap
– wat weinig kan verdragen 1 -
slap
– zonder doorzettingsvermogen 1 -
slap
– zonder veel kracht 1