Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. slok:
  2. slokken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor slok in het Nederlands

slok:

slok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slok
    de slok; de dronk; de teug
    • slok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • teug [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de slok
    – hoeveelheid van één keer slikken 1
    de slok
    – hoeveelheid van één keer slikken 1
    • slok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • mag ik ook een slokje proeven?1

Verwante woorden van "slok":


Alternatieve synoniemen voor "slok":


Verwante definities voor "slok":

  1. hoeveelheid van één keer slikken1
    • mag ik ook een slokje proeven?1

slok vorm van slokken:

slokken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de slokken
    de slokken
    • slokken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "slokken":


Verwante synoniemen voor slok