Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor sloof in het Nederlands
sloof:
-
de sloof
-
de sloof
Verwante woorden van "sloof":
sloof vorm van sloven:
-
sloven
zwoegen; ploeteren; sloven; afbeulen; sappelen; afjakkeren; afsloven; zich afsloven-
zich afsloven werkwoord
-
sloven
half dood werken; afbeulen; kapotwerken; een ongeluk werken; hard werken; pezen; sloven; buffelen; aanpoten-
half dood werken werkwoord
-
een ongeluk werken werkwoord
-
Conjugations for sloven:
o.t.t.
- sloof
- slooft
- slooft
- sloven
- sloven
- sloven
o.v.t.
- sloofte
- sloofte
- sloofte
- slooften
- slooften
- slooften
v.t.t.
- heb geslooft
- hebt geslooft
- heeft geslooft
- hebben geslooft
- hebben geslooft
- hebben geslooft
v.v.t.
- had geslooft
- had geslooft
- had geslooft
- hadden geslooft
- hadden geslooft
- hadden geslooft
o.t.t.t.
- zal sloven
- zult sloven
- zal sloven
- zullen sloven
- zullen sloven
- zullen sloven
o.v.t.t.
- zou sloven
- zou sloven
- zou sloven
- zouden sloven
- zouden sloven
- zouden sloven
en verder
- ben geslooft
- bent geslooft
- is geslooft
- zijn geslooft
- zijn geslooft
- zijn geslooft
diversen
- sloof!
- slooft!
- geslooft
- slovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze