Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal snelheid

Synoniemen voor "snelheid" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

snelheid:
- snelheid; vaart; spoed; tempo; gang; vlotheid; rapiditeit; gezwindheid; schielijkheid; rapheid; vlugheid
snel:
- snel; vlot; vlug; rap; trendy; hip; flitsend; modieus
- snel; hard; gauw; vlug

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor snelheid in het Nederlands

snelheid:

snelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de snelheid
de snelheid; de vaart; de spoed; het tempo; de gang
- snelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- spoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tempo [het ~] zelfstandig naamwoord
- gang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de snelheid
de snelheid; de vlotheid; de vaart; rapiditeit; de gezwindheid; de schielijkheid; het tempo; rapheid; de vlugheid
- snelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vlotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- rapiditeit [znw.] zelfstandig naamwoord
- gezwindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schielijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tempo [het ~] zelfstandig naamwoord
- rapheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- vlugheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "snelheid":

snelheden, snel

snelheid vorm van snel:

snel bijvoeglijk naamwoord

snel
snel; vlot; vlug; rap
- snel bijvoeglijk naamwoord
- vlot bijvoeglijk naamwoord
- vlug bijvoeglijk naamwoord
- rap bijvoeglijk naamwoord
snel
trendy; snel; hip; flitsend; vlot
- trendy bijvoeglijk naamwoord
- snel bijvoeglijk naamwoord
- hip bijvoeglijk naamwoord
- flitsend bijvoeglijk naamwoord
- vlot bijvoeglijk naamwoord
snel
trendy; modieus; hip; flitsend; snel; vlot
- trendy bijvoeglijk naamwoord
- modieus bijvoeglijk naamwoord
- hip bijvoeglijk naamwoord
- flitsend bijvoeglijk naamwoord
- snel bijvoeglijk naamwoord
- vlot bijvoeglijk naamwoord

snel [de ~] zelfstandig naamwoord

de snel

– met grote vaart ¹
de snel; hard; gauw
– met grote vaart ¹
- snel [de ~] zelfstandig naamwoord
  - Jan reed snel naar huis¹
- hard bijvoeglijk naamwoord
  - hij rijdt veel te hard¹
- gauw bijvoeglijk naamwoord
  - ga nou gauw!¹
de snel

– wat niet veel tijd kost ¹
de snel; vlug
– wat niet veel tijd kost ¹
- snel [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik eet snel mijn bord leeg¹
- vlug bijvoeglijk naamwoord
  - ik heb vlug gegeten¹

Verwante woorden van "snel":

snelheid, snelst, snelste

Alternatieve synoniemen voor "snel":

gauw; hard
vlug

Antoniemen van "snel":

langzaam; traag

Verwante definities voor "snel":

met grote vaart¹
- Jan reed snel naar huis¹
wat niet veel tijd kost¹
- ik eet snel mijn bord leeg¹

Verwante synoniemen voor snelheid

¹Muiswerk Woordenboek