Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor soeverein in het Nederlands

soeverein:

soeverein bijvoeglijk naamwoord

  1. soeverein
    soeverein

soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de soeverein
    de soeverein; de majesteit; de vorst
    • soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • majesteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de soeverein
    de heer; de soeverein; de heerser; de machthebber
    • heer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • machthebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de soeverein
    de koning; de monarch; de heerser; de soeverein; de vorst
    • koning [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • monarch [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de soeverein
    de soeverein; de alleenheerser

Verwante woorden van "soeverein":

  • soevereinen, soevereine