Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor speler in het Nederlands

speler:

speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de speler
    de uitvoerder; de acteur; de speler; de actrice; de artiest; de tonelist; de toneelspeler; de vertoner
    • uitvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • acteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • actrice [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • artiest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tonelist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toneelspeler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vertoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de speler
    de speler; kansspeler; de gokker
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kansspeler [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de speler
    de speler
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "speler":


Verwante synoniemen voor speler