Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor standje in het Nederlands

standje:

standje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het standje
    de houding; de lichaamshouding; het standje; de stand; de pose
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lichaamshouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • standje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pose [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. het standje
    de reprimande; het standje; de berisping; het verwijt; de terechtwijzing; de lering; gisping
  3. het standje
    de reprimande; het standje; de berisping; de terechtwijzing
  4. het standje
    het standje; de uitbrander; de schrobbering
  5. het standje
    – keer dat je boos toegesproken wordt 1
    het standje
    – keer dat je boos toegesproken wordt 1
    • standje [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het ondeugende kind kreeg een standje1

Verwante woorden van "standje":


Verwante definities voor "standje":

  1. keer dat je boos toegesproken wordt1
    • het ondeugende kind kreeg een standje1