Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. stevenen:
  2. steven:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor stevenen in het Nederlands

stevenen:

stevenen werkwoord (steven, stevent, stevende, stevenden, gestevend)

  1. stevenen
    stevenen
    • stevenen werkwoord (steven, stevent, stevende, stevenden, gestevend)

Conjugations for stevenen:

o.t.t.
  1. steven
  2. stevent
  3. stevent
  4. stevenen
  5. stevenen
  6. stevenen
o.v.t.
  1. stevende
  2. stevende
  3. stevende
  4. stevenden
  5. stevenden
  6. stevenden
v.t.t.
  1. heb gestevend
  2. hebt gestevend
  3. heeft gestevend
  4. hebben gestevend
  5. hebben gestevend
  6. hebben gestevend
v.v.t.
  1. had gestevend
  2. had gestevend
  3. had gestevend
  4. hadden gestevend
  5. hadden gestevend
  6. hadden gestevend
o.t.t.t.
  1. zal stevenen
  2. zult stevenen
  3. zal stevenen
  4. zullen stevenen
  5. zullen stevenen
  6. zullen stevenen
o.v.t.t.
  1. zou stevenen
  2. zou stevenen
  3. zou stevenen
  4. zouden stevenen
  5. zouden stevenen
  6. zouden stevenen
en verder
  1. ben gestevend
  2. bent gestevend
  3. is gestevend
  4. zijn gestevend
  5. zijn gestevend
  6. zijn gestevend
diversen
  1. steven!
  2. stevent!
  3. gestevend
  4. stevenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "stevenen":


steven:

steven [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steven
    de boeg; de steven; de voorsteven
    • boeg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • steven [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorsteven [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "steven":