Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. stipje:
  2. stip:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor stipje in het Nederlands

stipje:

stipje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stipje
    de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
    • nop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stip [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlekje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stipje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stippel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • moesje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "stipje":


stipje vorm van stip:

stip [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de stip
    de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
    • nop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stip [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlekje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stipje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stippel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • moesje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "stip":