Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. stormloop:
  2. stormlopen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor stormloop in het Nederlands

stormloop:

stormloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stormloop
    de aanval; de run; de attaque; de stormaanval; het offensief; de bestorming; de stormloop
    • aanval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • run [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • attaque [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stormaanval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • offensief [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bestorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • stormloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "stormloop":


stormloop vorm van stormlopen:

stormlopen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stormlopen
    de runs; de stormlopen
    • runs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stormlopen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

stormlopen werkwoord (loop storm, loopt storm, liep storm, liepen storm, stormgelopen)

  1. stormlopen
    stormlopen
    • stormlopen werkwoord (loop storm, loopt storm, liep storm, liepen storm, stormgelopen)

Conjugations for stormlopen:

o.t.t.
  1. loop storm
  2. loopt storm
  3. loopt storm
  4. lopen storm
  5. lopen storm
  6. lopen storm
o.v.t.
  1. liep storm
  2. liep storm
  3. liep storm
  4. liepen storm
  5. liepen storm
  6. liepen storm
v.t.t.
  1. heb stormgelopen
  2. hebt stormgelopen
  3. heeft stormgelopen
  4. hebben stormgelopen
  5. hebben stormgelopen
  6. hebben stormgelopen
v.v.t.
  1. had stormgelopen
  2. had stormgelopen
  3. had stormgelopen
  4. hadden stormgelopen
  5. hadden stormgelopen
  6. hadden stormgelopen
o.t.t.t.
  1. zal stormlopen
  2. zult stormlopen
  3. zal stormlopen
  4. zullen stormlopen
  5. zullen stormlopen
  6. zullen stormlopen
o.v.t.t.
  1. zou stormlopen
  2. zou stormlopen
  3. zou stormlopen
  4. zouden stormlopen
  5. zouden stormlopen
  6. zouden stormlopen
en verder
  1. ben stormgelopen
  2. bent stormgelopen
  3. is stormgelopen
  4. zijn stormgelopen
  5. zijn stormgelopen
  6. zijn stormgelopen
diversen
  1. loop storm!
  2. loopt storm!
  3. stormgelopen
  4. stormlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "stormlopen":