Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. temen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor temen in het Nederlands

temen:

temen werkwoord (teem, teemt, teemde, teemden, geteemd)

  1. temen
    temen
    • temen werkwoord (teem, teemt, teemde, teemden, geteemd)

Conjugations for temen:

o.t.t.
  1. teem
  2. teemt
  3. teemt
  4. temen
  5. temen
  6. temen
o.v.t.
  1. teemde
  2. teemde
  3. teemde
  4. teemden
  5. teemden
  6. teemden
v.t.t.
  1. heb geteemd
  2. hebt geteemd
  3. heeft geteemd
  4. hebben geteemd
  5. hebben geteemd
  6. hebben geteemd
v.v.t.
  1. had geteemd
  2. had geteemd
  3. had geteemd
  4. hadden geteemd
  5. hadden geteemd
  6. hadden geteemd
o.t.t.t.
  1. zal temen
  2. zult temen
  3. zal temen
  4. zullen temen
  5. zullen temen
  6. zullen temen
o.v.t.t.
  1. zou temen
  2. zou temen
  3. zou temen
  4. zouden temen
  5. zouden temen
  6. zouden temen
en verder
  1. ben geteemd
  2. bent geteemd
  3. is geteemd
  4. zijn geteemd
  5. zijn geteemd
  6. zijn geteemd
diversen
  1. teem!
  2. teemt!
  3. geteemd
  4. temend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze