Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. tijdsduur:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tijdsduur in het Nederlands

tijdsduur:

tijdsduur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tijdsduur
    de termijn; de tijdsduur; de periode; het tijdsbestek
  2. de tijdsduur
    de tijdsduur; de duur; de tijdspanne; de lengte
    • tijdsduur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tijdspanne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lengte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de tijdsduur
    de tijdsduur

Verwante woorden van "tijdsduur":

  • tijdsduren