Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. toeschouwer:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor toeschouwer in het Nederlands

toeschouwer:

toeschouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toeschouwer
    de getuige; de toeschouwer; de omstander
  2. de toeschouwer
    de toeschouwer; de toekijker
  3. de toeschouwer
    de toeschouwer; deel van publiek
  4. de toeschouwer
    – wie naar iets kijkt of het ziet gebeuren 1
    de toeschouwer
    – wie naar iets kijkt of het ziet gebeuren 1
    • toeschouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de toeschouwers applaudisseerden voor de clown1

Verwante woorden van "toeschouwer":

  • toeschouwers

Verwante definities voor "toeschouwer":

  1. wie naar iets kijkt of het ziet gebeuren1
    • de toeschouwers applaudisseerden voor de clown1