Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. toilet:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor toilet in het Nederlands

toilet:

toilet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het toilet
    het toilet; de plee; de WC; het closet
    • toilet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plee [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • WC [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • closet [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het toilet
    – kledingstuk voor vrouwen, bestaande uit bovenstuk met vaste rok 1
    het toilet; de jurk
    – kledingstuk voor vrouwen, bestaande uit bovenstuk met vaste rok 1
    • toilet [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ze had een kleurig toiletje aan1
    • jurk [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ze droeg een rode jurk op het feest1
  3. het toilet
    – waar of waarop je poept of plast 1
    het toilet; de wc
    – waar of waarop je poept of plast 1
    • toilet [het ~] zelfstandig naamwoord
      • kunt u me zeggen waar het toilet is?1
    • wc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de deur van de wc stond open1

Verwante woorden van "toilet":

  • toiletten

Alternatieve synoniemen voor "toilet":


Verwante definities voor "toilet":

  1. kledingstuk voor vrouwen, bestaande uit bovenstuk met vaste rok1
    • ze had een kleurig toiletje aan1
  2. waar of waarop je poept of plast1
    • kunt u me zeggen waar het toilet is?1

Verwante synoniemen voor toilet