Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. toren:
  2. tor:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor toren in het Nederlands

toren:

toren [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toren
    de toren; het torentje
    • toren [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • torentje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de toren
    – hoog en smal bouwsel 1
    de toren
    – hoog en smal bouwsel 1
    • toren [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • op de toren van de kerk staat een haan1

Verwante woorden van "toren":


Verwante definities voor "toren":

  1. hoog en smal bouwsel1
    • op de toren van de kerk staat een haan1

tor:

tor [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tor
    de kever; de tor
    • kever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tor [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "tor":