Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trekje in het Nederlands

trekje:

trekje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het trekje
    trekje aan een sigaret; het trekje; de haal; het haaltje
  2. het trekje
    het karaktertrekje; het trekje

Verwante woorden van "trekje":


trek:

trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trek
    de tocht; luchtzuiging; de trek
    • tocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • luchtzuiging [znw.] zelfstandig naamwoord
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de trek
    de honger; de trek; het hongergevoel; hongerigheid
  3. de trek
    de eetlust; de zin; de lust; de trek
    • eetlust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de trek
    de trek; de ruk; de haal
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. de trek
    zin om iets te eten; de zin; de trek
  6. de trek
    – zin in eten 1
    de trek; de eetlust
    – zin in eten 1
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • Anna heeft geen trek vanavond1
    • eetlust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • door die medicijnen heb ik weinig eetlust1
  7. de trek
    – het verhuizen naar een ander gebied 1
    de trek
    – het verhuizen naar een ander gebied 1
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de trek van de wintervogels is begonnen1
  8. de trek
    – lijn in het gezicht 1
    de trek
    – lijn in het gezicht 1
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij heeft de trekken van zijn vader1
  9. de trek
    – één keer zuigen aan een sigaret 1
    de trek
    – één keer zuigen aan een sigaret 1
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • mag ik een trekje van je sigaret?1

Verwante woorden van "trek":


Alternatieve synoniemen voor "trek":


Verwante definities voor "trek":

  1. zin in eten1
    • Anna heeft geen trek vanavond1
  2. het verhuizen naar een ander gebied1
    • de trek van de wintervogels is begonnen1
  3. lijn in het gezicht1
    • hij heeft de trekken van zijn vader1
  4. één keer zuigen aan een sigaret1
    • mag ik een trekje van je sigaret?1

Verwante synoniemen voor trekje