Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. trut:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trut in het Nederlands

trut:

trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trut
    de trut; de troela; de troel
    • trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • troela [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troel [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de trut
    het takkewijf; de trut
    • takkewijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "trut":

  • trutten