Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. tuin:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tuin in het Nederlands

tuin:

tuin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tuin
    de tuin; de gaard
    • tuin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de tuin
    de tuin
    • tuin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de tuin
    – stuk grond bij een huis, met bloemen, planten, struiken etc. 1
    de tuin
    – stuk grond bij een huis, met bloemen, planten, struiken etc. 1
    • tuin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • wij hebben een huis met een tuin1

Verwante woorden van "tuin":


Verwante definities voor "tuin":

  1. stuk grond bij een huis, met bloemen, planten, struiken etc.1
    • wij hebben een huis met een tuin1

Verwante synoniemen voor tuin