Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. uit de weg ruimen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uit de weg ruimen in het Nederlands

uit de weg ruimen:

uit de weg ruimen werkwoord (ruim uit de weg, ruimt uit de weg, ruimde uit de weg, ruimden uit de weg, uit de weg geruimd)

  1. uit de weg ruimen
    liquideren; afmaken; uit de weg ruimen; koudmaken
    • liquideren werkwoord (liquideer, liquideert, liquideerde, liquideerden, geliquideerd)
    • afmaken werkwoord (maak af, maakt af, maakte af, maakten af, afgemaakt)
    • uit de weg ruimen werkwoord (ruim uit de weg, ruimt uit de weg, ruimde uit de weg, ruimden uit de weg, uit de weg geruimd)
    • koudmaken werkwoord

Conjugations for uit de weg ruimen:

o.t.t.
  1. ruim uit de weg
  2. ruimt uit de weg
  3. ruimt uit de weg
  4. ruimen uit de weg
  5. ruimen uit de weg
  6. ruimen uit de weg
o.v.t.
  1. ruimde uit de weg
  2. ruimde uit de weg
  3. ruimde uit de weg
  4. ruimden uit de weg
  5. ruimden uit de weg
  6. ruimden uit de weg
v.t.t.
  1. heb uit de weg geruimd
  2. hebt uit de weg geruimd
  3. heeft uit de weg geruimd
  4. hebben uit de weg geruimd
  5. hebben uit de weg geruimd
  6. hebben uit de weg geruimd
v.v.t.
  1. had uit de weg geruimd
  2. had uit de weg geruimd
  3. had uit de weg geruimd
  4. hadden uit de weg geruimd
  5. hadden uit de weg geruimd
  6. hadden uit de weg geruimd
o.t.t.t.
  1. zal uit de weg ruimen
  2. zult uit de weg ruimen
  3. zal uit de weg ruimen
  4. zullen uit de weg ruimen
  5. zullen uit de weg ruimen
  6. zullen uit de weg ruimen
o.v.t.t.
  1. zou uit de weg ruimen
  2. zou uit de weg ruimen
  3. zou uit de weg ruimen
  4. zouden uit de weg ruimen
  5. zouden uit de weg ruimen
  6. zouden uit de weg ruimen
en verder
  1. ben uit de weg geruimd
  2. bent uit de weg geruimd
  3. is uit de weg geruimd
  4. zijn uit de weg geruimd
  5. zijn uit de weg geruimd
  6. zijn uit de weg geruimd
diversen
  1. ruim uit de weg!
  2. ruimt uit de weg!
  3. uit de weg geruimd
  4. uit de weg ruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor uit de weg ruimen