Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uitdrukking in het Nederlands

uitdrukking:

uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitdrukking
    de uitdrukking; de expressie; de gezichtsuitdrukking; de gelaatsuitdrukking
  2. de uitdrukking
    de uitdrukking; de zin; de frase; de zegswijze; het gezegde
    • uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • frase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zegswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezegde [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. de uitdrukking
    – wat je kunt lezen op een gezicht 1
    de uitdrukking; de expressie
    – wat je kunt lezen op een gezicht 1
    • uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • aan de uitdrukking op zijn gezicht zag ik dat hij het leuk vond1
    • expressie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • aan de expressie kun je zien dat hij boos is1
  4. de uitdrukking
    – groepje vaste woorden met figuurlijke betekenis 1
    de uitdrukking
    – groepje vaste woorden met figuurlijke betekenis 1
    • uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • 'iemand voor het hoofd stoten' is een uitdrukking1

Verwante woorden van "uitdrukking":


Alternatieve synoniemen voor "uitdrukking":


Verwante definities voor "uitdrukking":

  1. wat je kunt lezen op een gezicht1
    • aan de uitdrukking op zijn gezicht zag ik dat hij het leuk vond1
  2. groepje vaste woorden met figuurlijke betekenis1
    • 'iemand voor het hoofd stoten' is een uitdrukking1

Verwante synoniemen voor uitdrukking