Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vastslaan:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vastslaan in het Nederlands

vastslaan:

vastslaan werkwoord

  1. vastslaan
    vastnagelen; spijkeren; klinken; timmeren; vastspijkeren; vastslaan
    • vastnagelen werkwoord (nagel vast, nagelt vast, nagelde vast, nagelden vast, vastgenageld)
    • spijkeren werkwoord (spijker, spijkert, spijkerde, spijkerden, gepsijkerd)
    • klinken werkwoord (klink, klinkt, klonk, klonken, geklonken)
    • timmeren werkwoord (timmer, timmert, timmerde, timmerden, getimmerd)
    • vastspijkeren werkwoord (spijker vast, spijkert vast, spijkerde vast, spijkerden vast, vastgespijkerd)
    • vastslaan werkwoord