Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor velden in het Nederlands

velden:

velden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de velden
    de velden; de landerijen; bebouwde akkers

velden vorm van vellen:

vellen werkwoord (vel, velt, velde, velden, geveld)

  1. vellen
    kappen; hakken; bomen kappen; vellen; omhakken; houwen
    • kappen werkwoord (kap, kapt, kapte, kapten, gekapt)
    • hakken werkwoord (hak, hakt, hakte, hakten, gehakt)
    • bomen kappen werkwoord
    • vellen werkwoord (vel, velt, velde, velden, geveld)
    • omhakken werkwoord (hak om, hakt om, hakte om, hakten om, omgehakt)
    • houwen werkwoord (houw, houwt, houwde, houwden, gehouwd)

Conjugations for vellen:

o.t.t.
  1. vel
  2. velt
  3. velt
  4. vellen
  5. vellen
  6. vellen
o.v.t.
  1. velde
  2. velde
  3. velde
  4. velden
  5. velden
  6. velden
v.t.t.
  1. heb geveld
  2. hebt geveld
  3. heeft geveld
  4. hebben geveld
  5. hebben geveld
  6. hebben geveld
v.v.t.
  1. had geveld
  2. had geveld
  3. had geveld
  4. hadden geveld
  5. hadden geveld
  6. hadden geveld
o.t.t.t.
  1. zal vellen
  2. zult vellen
  3. zal vellen
  4. zullen vellen
  5. zullen vellen
  6. zullen vellen
o.v.t.t.
  1. zou vellen
  2. zou vellen
  3. zou vellen
  4. zouden vellen
  5. zouden vellen
  6. zouden vellen
diversen
  1. vel!
  2. velt!
  3. geveld
  4. vellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vellen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vellen
    de dierenhuiden; de vellen; de huiden
    • dierenhuiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • vellen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • huiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

vellen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vellen
    het kappen; het vellen; omhakken
    • kappen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vellen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • omhakken [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. het vellen
    omzagen; het vellen
    • omzagen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vellen [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "vellen":