Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vernis:
  2. vernissen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vernis in het Nederlands

vernis:

vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vernis
    de vernis; de lak; de laklaag
    • vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • laklaag [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vernis
    de vernis
    • vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

vernissen:

vernissen werkwoord (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)

  1. vernissen
    lakken; vernissen
    • lakken werkwoord (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • vernissen werkwoord (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)

Conjugations for vernissen:

o.t.t.
  1. vernis
  2. vernist
  3. vernist
  4. vernissen
  5. vernissen
  6. vernissen
o.v.t.
  1. verniste
  2. verniste
  3. verniste
  4. vernisten
  5. vernisten
  6. vernisten
v.t.t.
  1. heb vernist
  2. hebt vernist
  3. heeft vernist
  4. hebben vernist
  5. hebben vernist
  6. hebben vernist
v.v.t.
  1. had vernist
  2. had vernist
  3. had vernist
  4. hadden vernist
  5. hadden vernist
  6. hadden vernist
o.t.t.t.
  1. zal vernissen
  2. zult vernissen
  3. zal vernissen
  4. zullen vernissen
  5. zullen vernissen
  6. zullen vernissen
o.v.t.t.
  1. zou vernissen
  2. zou vernissen
  3. zou vernissen
  4. zouden vernissen
  5. zouden vernissen
  6. zouden vernissen
diversen
  1. vernis!
  2. vernist!
  3. vernist
  4. vernissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze