Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. verouderd:
  2. verouderen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor verouderd in het Nederlands

verouderd:

verouderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verouderd
    verouderd; ouderwets; onmodern
  2. verouderd
    verouderd

verouderd vorm van verouderen:

verouderen werkwoord (verouder, veroudert, verouderde, verouderden, verouderd)

  1. verouderen
    verouderen
    • verouderen werkwoord (verouder, veroudert, verouderde, verouderden, verouderd)

Conjugations for verouderen:

o.t.t.
  1. verouder
  2. veroudert
  3. veroudert
  4. verouderen
  5. verouderen
  6. verouderen
o.v.t.
  1. verouderde
  2. verouderde
  3. verouderde
  4. verouderden
  5. verouderden
  6. verouderden
v.t.t.
  1. ben verouderd
  2. bent verouderd
  3. is verouderd
  4. zijn verouderd
  5. zijn verouderd
  6. zijn verouderd
v.v.t.
  1. was verouderd
  2. was verouderd
  3. was verouderd
  4. waren verouderd
  5. waren verouderd
  6. waren verouderd
o.t.t.t.
  1. zal verouderen
  2. zult verouderen
  3. zal verouderen
  4. zullen verouderen
  5. zullen verouderen
  6. zullen verouderen
o.v.t.t.
  1. zou verouderen
  2. zou verouderen
  3. zou verouderen
  4. zouden verouderen
  5. zouden verouderen
  6. zouden verouderen
diversen
  1. verouder!
  2. veroudert!
  3. verouderd
  4. verouderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze