Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. verslaan:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor verslaan in het Nederlands

verslaan:

verslaan werkwoord (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)

  1. verslaan
    winnen; overwinnen; te boven komen; verslaan
    • winnen werkwoord (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • overwinnen werkwoord (overwin, overwint, overwon, overwonnen, overwonnen)
    • te boven komen werkwoord (kom te boven, komt te boven, kwam te boven, kwamen te boven, te boven gekomen)
    • verslaan werkwoord (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)

Conjugations for verslaan:

o.t.t.
  1. versla
  2. verslaat
  3. verslaat
  4. verslaan
  5. verslaan
  6. verslaan
o.v.t.
  1. versloeg
  2. versloeg
  3. versloeg
  4. versloegen
  5. versloegen
  6. versloegen
v.t.t.
  1. heb verslagen
  2. hebt verslagen
  3. heeft verslagen
  4. hebben verslagen
  5. hebben verslagen
  6. hebben verslagen
v.v.t.
  1. had verslagen
  2. had verslagen
  3. had verslagen
  4. hadden verslagen
  5. hadden verslagen
  6. hadden verslagen
o.t.t.t.
  1. zal verslaan
  2. zult verslaan
  3. zal verslaan
  4. zullen verslaan
  5. zullen verslaan
  6. zullen verslaan
o.v.t.t.
  1. zou verslaan
  2. zou verslaan
  3. zou verslaan
  4. zouden verslaan
  5. zouden verslaan
  6. zouden verslaan
diversen
  1. versla!
  2. verslaat!
  3. verslagen
  4. verslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze