Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. visite:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor visite in het Nederlands

visite:

visite [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de visite
    het bezoek; de visite; de aanloop
    • bezoek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • visite [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aanloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "visite":

  • visites

Verwante synoniemen voor visite