Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vlekje in het Nederlands

vlekje:

vlekje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vlekje
    de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
    • nop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stip [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlekje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stipje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stippel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • moesje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "vlekje":


vlekje vorm van vlek:

vlek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlek
    de vlek; de smet
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smet [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vlek
    de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek
    • nop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stip [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlekje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stipje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stippel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • moesje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de vlek
    vuile plek; de vlek
    • vuile plek [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vlek [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. het vlek
    – plek met een andere kleur dan de omgeving 1
    het vlek
    – plek met een andere kleur dan de omgeving 1
    • vlek [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ze heeft allemaal vlekken op haar huid1
  5. het vlek
    – vuile plek 1
    het vlek
    – vuile plek 1
    • vlek [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er zit een vlek in je jas1

Verwante woorden van "vlek":


Verwante definities voor "vlek":

  1. plek met een andere kleur dan de omgeving1
    • ze heeft allemaal vlekken op haar huid1
  2. vuile plek1
    • er zit een vlek in je jas1