Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. voorgoed:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor voorgoed in het Nederlands

voorgoed:

voorgoed bijwoord

  1. voorgoed
    voorgoed; definitief; onverandelijk; permanent
  2. voorgoed
    – voor altijd 1
    voorgoed
    – voor altijd 1
    • voorgoed bijwoord
      • hij gaat voorgoed terug naar zijn land1

Antoniemen van "voorgoed":


Verwante definities voor "voorgoed":

  1. voor altijd1
    • hij gaat voorgoed terug naar zijn land1