Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. voorhanden:
  2. voorhand:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor voorhanden in het Nederlands

voorhanden:

voorhanden bijvoeglijk naamwoord

  1. voorhanden
    aanwezig; voorradig; in voorraad; voorhanden; op voorraad

Verwante woorden van "voorhanden":


voorhand:

voorhand [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de voorhand
    de voorhand

Verwante woorden van "voorhand":