Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor voorschrijven in het Nederlands
voorschrijven:
-
voorschrijven
-
voorschrijven
-
voorschrijven
-
voorschrijven
– het als regel of opdracht geven 1
Conjugations for voorschrijven:
o.t.t.
- schrijf voor
- schrijft voor
- schrijft voor
- schrijven voor
- schrijven voor
- schrijven voor
o.v.t.
- schreef voor
- schreef voor
- schreef voor
- schreven voor
- schreven voor
- schreven voor
v.t.t.
- heb voorgeschreven
- hebt voorgeschreven
- heeft voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
- hebben voorgeschreven
v.v.t.
- had voorgeschreven
- had voorgeschreven
- had voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
- hadden voorgeschreven
o.t.t.t.
- zal voorschrijven
- zult voorschrijven
- zal voorschrijven
- zullen voorschrijven
- zullen voorschrijven
- zullen voorschrijven
o.v.t.t.
- zou voorschrijven
- zou voorschrijven
- zou voorschrijven
- zouden voorschrijven
- zouden voorschrijven
- zouden voorschrijven
diversen
- schrijf voor!
- schrijft voor!
- voorgeschreven
- voorschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze