Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vork:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vork in het Nederlands

vork:

vork [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vork
    de vork; de riek; de gaffel; de hooivork
    • vork [de ~] zelfstandig naamwoord
    • riek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gaffel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hooivork [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vork
    – voorwerp met steel en drie of vier tanden 1
    de vork
    – voorwerp met steel en drie of vier tanden 1
    • vork [de ~] zelfstandig naamwoord
      • wij eten altijd met mes en vork1

Verwante woorden van "vork":

  • vorken

Verwante definities voor "vork":

  1. voorwerp met steel en drie of vier tanden1
    • wij eten altijd met mes en vork1