Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor waan in het Nederlands

waan:

waan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de waan
    de illusie; de hersenschim; de waan; het droombeeld
    • illusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hersenschim [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • droombeeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de waan
    de waanvoorstelling; de illusie; de waan; het waandenkbeeld; het waanbeeld; de waanidee

Verwante woorden van "waan":

  • wanen