Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. wanneer:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wanneer in het Nederlands

wanneer:

wanneer bijwoord

  1. wanneer
    wanneer
  2. wanneer
    – geeft een tijdstip aan 1
    als; wanneer
    – geeft een tijdstip aan 1
    • als
      • als hij zijn ontbijt op heeft, gaat hij naar buiten1
    • wanneer bijwoord
      • wanneer je komt, is het alweer lente1
  3. wanneer
    – geeft een tijd, dag, maand enz. aan 1
    wanneer
    – geeft een tijd, dag, maand enz. aan 1
    • wanneer bijwoord
      • wanneer kom je: dinsdag of woensdag?1

wanneer

  1. wanneer
    – geeft een voorwaarde aan, in het geval dat 1
    als; wanneer; zo; indien
    – geeft een voorwaarde aan, in het geval dat 1
    • als
      • als het regent moet je de was binnenhalen1
    • wanneer
      • wanneer Jan mee gaat, ga ik ook mee1
    • zo
      • zo nodig kom ik helpen1
    • indien
      • wilt u bellen indien u verhinderd bent?1

Alternatieve synoniemen voor "wanneer":


Verwante definities voor "wanneer":

  1. geeft een voorwaarde aan, in het geval dat1
    • wanneer Jan mee gaat, ga ik ook mee1
  2. geeft een tijdstip aan1
    • wanneer je komt, is het alweer lente1
  3. geeft een tijd, dag, maand enz. aan1
    • wanneer kom je: dinsdag of woensdag?1