Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. wel:
  2. wellen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wel in het Nederlands

wel:

wel bijwoord

  1. wel
    wel; welnu
    • wel bijwoord
    • welnu bijvoeglijk naamwoord
  2. wel
    wel; jawel
    • wel bijwoord
    • jawel bijvoeglijk naamwoord

wel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wel
    de bron; de wel; de waterput; de put
    • bron [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waterput [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • put [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

wel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wel
    – behoorlijk, maar niet uitzonderlijk 1
    de wel; redelijk; nogal; tamelijk; betrekkelijk
    – behoorlijk, maar niet uitzonderlijk 1
    • wel [de ~] zelfstandig naamwoord
      • het was wel leuk op dat feestje1
    • redelijk bijvoeglijk naamwoord
      • ik ben redelijk gelukkig1
    • nogal bijwoord
      • ik ben nogal verkouden1
    • tamelijk bijvoeglijk naamwoord
      • er waren tamelijk veel mensen1
    • betrekkelijk bijvoeglijk naamwoord
      • de aardbeien zijn betrekkelijk goedkoop1
  2. de wel
    – bevestigen dat het zo is 1
    de wel
    – bevestigen dat het zo is 1
    • wel [de ~] zelfstandig naamwoord
      • Jan gaat niet mee, Piet wel1
  3. de wel
    – gezond, in orde 1
    de wel
    – gezond, in orde 1
    • wel [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ze voelt zich niet wel1

Verwante woorden van "wel":


Alternatieve synoniemen voor "wel":


Antoniemen van "wel":


Verwante definities voor "wel":

  1. behoorlijk, maar niet uitzonderlijk1
    • het was wel leuk op dat feestje1
  2. bevestigen dat het zo is1
    • Jan gaat niet mee, Piet wel1
  3. gezond, in orde1
    • ze voelt zich niet wel1

wel vorm van wellen:

wellen werkwoord (wel, welt, welde, welden, geweld)

  1. wellen
    borrelen; wellen
    • borrelen werkwoord (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)
    • wellen werkwoord (wel, welt, welde, welden, geweld)

Conjugations for wellen:

o.t.t.
  1. wel
  2. welt
  3. welt
  4. wellen
  5. wellen
  6. wellen
o.v.t.
  1. welde
  2. welde
  3. welde
  4. welden
  5. welden
  6. welden
v.t.t.
  1. ben geweld
  2. bent geweld
  3. is geweld
  4. zijn geweld
  5. zijn geweld
  6. zijn geweld
v.v.t.
  1. was geweld
  2. was geweld
  3. was geweld
  4. waren geweld
  5. waren geweld
  6. waren geweld
o.t.t.t.
  1. zal wellen
  2. zult wellen
  3. zal wellen
  4. zullen wellen
  5. zullen wellen
  6. zullen wellen
o.v.t.t.
  1. zou wellen
  2. zou wellen
  3. zou wellen
  4. zouden wellen
  5. zouden wellen
  6. zouden wellen
diversen
  1. wel!
  2. welt!
  3. geweld
  4. wellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "wellen":


Verwante synoniemen voor wel