Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. wijd:
  2. wijden:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wijd in het Nederlands

wijd:

wijd bijvoeglijk naamwoord

  1. wijd
    wijd; ruim
    • wijd bijvoeglijk naamwoord
    • ruim bijvoeglijk naamwoord
  2. wijd
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 1
    breed; wijd
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 1
    • breed bijvoeglijk naamwoord
      • deze straat is breed1
    • wijd bijvoeglijk naamwoord
      • er zitten wijde mouwen in die jas1

Verwante woorden van "wijd":

  • wijdheid, wijder, wijdere, wijdst, wijdste

Alternatieve synoniemen voor "wijd":


Antoniemen van "wijd":


Verwante definities voor "wijd":

  1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant1
    • er zitten wijde mouwen in die jas1

wijden:

wijden werkwoord (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)

  1. wijden
    wijden; zegenen; inzegenen; heiligen; inwijden
    • wijden werkwoord (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)
    • zegenen werkwoord (zegen, zegent, zegende, zegenden, gezegend)
    • inzegenen werkwoord (zegen in, zegent in, zegende in, zegenden in, ingezegend)
    • heiligen werkwoord (heilig, heiligt, heiligde, heiligden, geheiligd)
    • inwijden werkwoord (wijd in, wijdt in, wijdde in, wijdden in, ingewijd)

Conjugations for wijden:

o.t.t.
  1. wijd
  2. wijdt
  3. wijdt
  4. wijden
  5. wijden
  6. wijden
o.v.t.
  1. wijdde
  2. wijdde
  3. wijdde
  4. wijdden
  5. wijdden
  6. wijdden
v.t.t.
  1. heb gewijd
  2. hebt gewijd
  3. heeft gewijd
  4. hebben gewijd
  5. hebben gewijd
  6. hebben gewijd
v.v.t.
  1. had gewijd
  2. had gewijd
  3. had gewijd
  4. hadden gewijd
  5. hadden gewijd
  6. hadden gewijd
o.t.t.t.
  1. zal wijden
  2. zult wijden
  3. zal wijden
  4. zullen wijden
  5. zullen wijden
  6. zullen wijden
o.v.t.t.
  1. zou wijden
  2. zou wijden
  3. zou wijden
  4. zouden wijden
  5. zouden wijden
  6. zouden wijden
diversen
  1. wijd!
  2. wijdt!
  3. gewijd
  4. wijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor wijd