Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. woning:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor woning in het Nederlands

woning:

woning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de woning
    het huis; het verblijf; de residentie; de woning; het woonhuis; het thuis
    • huis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verblijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • residentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • woning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • woonhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • thuis [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de woning
    – gebouw dat bedoeld is om in te wonen 1
    het huis; de woning
    – gebouw dat bedoeld is om in te wonen 1
    • huis [het ~] zelfstandig naamwoord
      • wij wonen in een oud huis1
    • woning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • zij zijn op zoek naar een woning1

Verwante woorden van "woning":

  • woningen

Alternatieve synoniemen voor "woning":


Verwante definities voor "woning":

  1. gebouw dat bedoeld is om in te wonen1
    • zij zijn op zoek naar een woning1

Verwante synoniemen voor woning