Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zaken in het Nederlands

zaken:

zaken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zaken
    de zaken; de aangelegenheden; de affaires
  2. de zaken
    de dingen; de spullen; de zaakjes; de zaken; het goedje; de waar
    • dingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaakjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • goedje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "zaken":


zaken vorm van zak:

zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zak
    de zak; het tasje; de tas
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tasje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de zak
    de zak; de buidel
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buidel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de zak
    het scrotum; de zak; de balzak
    • scrotum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • balzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de zak
    de broekzak; de zak
    • broekzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. de zak
    onaangenaam mens; de zak

zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zak
    – balzak, scrotum 1
    de zak
    – balzak, scrotum 1
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij kreeg een schop tegen zijn zak1
  2. de zak
    – ruimte in je kleren om iets in te stoppen 1
    de zak
    – ruimte in je kleren om iets in te stoppen 1
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de sleutel zit in de zak van mijn jas1
  3. de zak
    – voorwerp van slap materiaal dat aan een kant open is 1
    de zak
    – voorwerp van slap materiaal dat aan een kant open is 1
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • we kochten een zak patat1

Verwante woorden van "zak":


Verwante definities voor "zak":

  1. balzak, scrotum1
    • hij kreeg een schop tegen zijn zak1
  2. ruimte in je kleren om iets in te stoppen1
    • de sleutel zit in de zak van mijn jas1
  3. voorwerp van slap materiaal dat aan een kant open is1
    • we kochten een zak patat1

Verwante synoniemen voor zaken